Onderzoek dyscalculie

Ongeveer 6% van de mensen heeft een rekenstoornis. Dit percentage is ongeveer even groot als het percentage mensen met een leesstoornis. Kinderen met dyscalculie hebben ook vaak problemen met ruimtelijke oriëntatie. Deze kinderen leren vaak wel om details te zien in ruimtelijke situaties, maar het lukt ze niet om deze details als een beeld op te slaan in het geheugen. Zij maken dan geen geheugen aan voor de betreffende ruimtelijke situatie en kunnen deze informatie dan ook niet meer oproepen en in nieuwe situaties gebruiken. Naast bovengenoemde problemen kan het kind ook moeite hebben met het inzicht of iets in het heden / verleden afspeelt en in welke volgorde gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Doordat het kind dit inzicht mist kan het kind problemen hebben met tijdsbesef, ze komen bijvoorbeeld vaak te laat. Deze beperkingen maakt het voor een kind ook lastig om bepaalde handelingen in de goede volgorde uit te voeren, ze kunnen deze volgorde niet zo goed onthouden.

Diagnosticeren van dyscalculie

Een dyscalculie-onderzoek bestaat uit drie onderdelen: een intelligentieonderzoek, een capaciteitenonderzoek en een neuropsychologisch onderzoek.

Intelligentieonderzoek

Bij het intelligentieonderzoek wordt er gekeken of er binnen de intelligentie factoren aan te wijzen zijn die van negatieve invloed zijn op het kunnen rekenen. Kinderen die problemen hebben bij het rekenen hebben vaak een minder goed visueel-ruimtelijk inzicht. Daarnaast kunnen problemen met logisch redeneren er ook voor zorgen dat het rekenen minder goed gaat.

Capaciteiten-onderzoek

Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de rekenvaardigheden. Er wordt gekeken tot op welk niveau het kind de rekenvaardigheden beheerst. De informatie die in dit onderzoek naar voren komt wordt ook gebruikt bij het maken van een plan voor de begeleiding bij de rekenproblemen.

Neuropsychologisch onderzoek

In dit deel van het onderzoek wordt er gekeken naar hoe de informatie in de hersenen wordt verwerkt. Kinderen met verschillende leerproblemen hebben vaak moeite met automatiseren. Dit betekent dat de stappen die nodig zijn om te rekenen niet vanzelfsprekend worden voor het kind. Hierdoor rekenen ze traag en maken ze vrij veel fouten. Bij dit onderzoek wordt ook gekeken of het kind beschikt over een goede concentratie. Bij kinderen met rekenproblemen spelen vaak meerdere problemen tegelijk. Dit is erg belangrijk om te weten van het kind.

Terug